We zijn inmiddels al weer een aantal weken terug. Ik was van plan om mijn verslagje eerder te schrijven maar op een of andere manier kwam er steeds wat tussen of ik had helemaal geen zin. Nou ja, nu ben ik dan toch begonnen.
We zijn weer met het hele gezin naar zweden geweest. Getno Gard dit keer. We hadden daar voor twee en een halve week een huisje gehuurd. Uiteindelijk zijn we drie weken gebleven.
We hadden niet zo mooi weer als vorig jaar en af en toe echt een dag dat het de hele tijd regent. Gelukkig was het huisje dusdanig groot en luxe dat we makkelijk een dagje binnen konden blijven; de nodige boeken lezen en spelletjes doen. Maar als het even kon ging ik naar buiten – ook in de regen – en trok ik erop uit om het schiereiland te verkennen waar de camping op gelegen is.
Wandelen
Wanneer het regende deed ik mijn poncho aan en ging het bos in. Dat ziet er dan ongeveer zo uit (niet schrikken 😉 )
Onderweg probeerde ik dan op van alles en nog wat te letten: sporen van dieren, eetbare planten, waar zou ik mijn bivak maken, wat zou een goeie visstek zijn (vissen was niet gratis dus dat heb ik niet in de praktijk gebracht) en nog meer.
Volgens mij heb ik vorig jaar een bij identieke foto geschoten. Omdat het een schiereiland was waar de over de smalle toegang ook nog eens een weg was aangelegd heb ik niet heeeel erg veel sporen van grotere dieren gezien. Dit was een van de zeldzame keren dat ik zulke grote keutels tegen kwam (volgens mij eland?). Ook wel kleinere keutels gezien van reeen of hazen (hazen ook werkelijk waargenomen), maar ik kan daar niet echt het verschil tussen zien.
Wel een mogelijke territorium afbakening, maar van wie?
Misschien wel gewoon een hond – waarvan ik er een aantal gezien heb.
Verder nog een interessante vonst van haarballen (denk ik). Hoe en wat heb ik niet kunnen afleiden. Het maakte nogal een oude indruk en het lag op/vlakbij een wandel paadje…
Als experiment heb ik ook een keertje een wandelingetje van een aantal uurtjes gemaakt zonder eten mee te nemen (wel water). Regelmatig stopte ik om wat van de bosbessen en frambozen te eten (waren de enige twee bessen die ik positief kon identificeren).
Het lijkt erop dat wanneer je regelmatig een paar handjes fruit eet je het nog redelijk kan uitzingen. Het experiment duurde te kort om echt lange termijn gevolgen te kunnen vaststellen – mijn vermoeden is dat je uiteindelijk de koolhydraten wel gaat missen en je energie minder en minder wordt.
Verder natuurlijk mooie natuur gezien zeker wanneer ik echt van het pad afweek en dwars door het bos liep – zoals hier een veld met rotsen dat helemaal overgroeid is door het mos.
Er waren natuurlijk heel veel sparren te zien. Soms jong, klein en dicht op elkaar. Soms wat ouder groter en met meer tussenruimte.
Je kon duidelijk aan verschillende percelen de verschillende stadia van boskap zien. Net gekapt, jonge aanwas, jonge groei uitgedunt en de wat oudere bomen.
Soms zag ik ook dingen die ik nog nooit had gezien. Bijvoorbeeld, welke soort boom is dit?
Kurkboom? – in Zweden? Nee het is een berk. Als je naar boven had gekeken dat had je gewoon de kenmerkende witte bast gezien en de druppelvormige blaadjes. Bijkbaar doen berken in Zweden anders dan in Nederland als ze wat groter worden.
Schimmel
Hoewel het best nog vroeg in het jaar was, waren er toch ook al diverse schimmels te zien (paddestoelen). Van net uit de grond komend…
Tot al best groot.
Ik heb verder niks geplukt, aangezien ik niet 100% op me gemak ben met identificatie. Maar hier en daar dacht ik wel een aantal boleten te herkennen.
Maar is dit nou een kastanjeboleet of eekhoorntjes brood? Op zich maakt het niet uit als het een van die twee is aangezien ze beide eetbaar zijn. Maar ja, misschien is er wel een soort die er ook erg op lijkt en niet zo makkelijk op de maag ligt. Bij boleten loop je al veel minder risico dan bij amonieten, maar toch…
Soms gebruikte ik mijn foto toestel (eigenlijk mijn telefoon) om even te kijken of het een boleet was of een amoniet. Zeker als het nat is scheelt dat weer op de knieen.
Ja, toch een boleet… 😉
Op een bepaald moment dacht ik een een enorme hars klomp op een den gevonden te hebben, zo zag het eruit van een afstandje. Maar toen ik eenmaal dichterbij was en er even met mijn vinger tegenaan kwam was het snel duidelijk dat het absoluut geen boomhars kon zijn. Het leek wel een drilpudding!
Ik had zoiets nog niet eerder gezien. Als ik me goed herinner was de den zelf dood.
Meer
Aangezien we op een schiereiland waren was er altijd wel ergens water in de buurt. Dit levert een aantal mooie plaatjes op. Soms met veel riet, soms met (ik denk) pitrus.
Hut
Ik dacht dat het misschien wel leuk was voor de kinderen om een hutje te maken. Hoewel het idee redelijk enthausiast werd ontvangen was de uiteindelijke hulp minimaal en hebben ze er ook niet echt in gespeeld. Nou ja, weer een keertje geoefend.
Bijl
Tijdens mijn omzwervingen kwam ik ook een shelter tegen (er is een mooi Zweeds woord voor zo’n huisje, maar dat ben ik even kwijt).
Hierin lagen een paar dekens, twee houtzagen en een bijlkop. Het was duidelijk een oud dingetje. Ik dacht dat het misschien een leuk idee was om hiervoor een steel te maken. Het zou de kop in ieder geval beter/effectiever bruikbaar maken en het geeft mij de mogelijkheid om dat ook eens te doen.
Na een stukje redelijk nieuw dood (berken) hout te hebben gevonden – het gebied was ook nog eens een natuurreservaat dus kappen van levend hout was ten strengste verboden – en daar de initiele vorm van een steel uit te hebben gehaald begon het process van de steel passend maken op de kop.
Je kan wel zien dat de steel wat dikker (breeder) was dan het gat in de kop. Ik heb de breedte er toch maar aan gelaten omdat ik het wel prettig in de hand vond liggen en het ook weer werk scheelde waar het mij eigenlijk niet zo om ging.
De wig gespleten van een reststukje van de steel en alles met bijl en mes gedaan. Alleen de uitsparing voor de wig in de steel is gezaagd en het stuk van de wig dat uitstak na bevestiging is ook gezaagd.
Een klein stukje de steel laten uitsteken voor een betere verbinding.
Tot slot met mijn slijpsteentje ook nog een redelijke scherpe rand op de bijl geslepen – een botte bijl is tenslotte armoe.
Al met al een twee en een half uur mee zoet geweest en me heerlijk vermaakt. Ik hoop maar dat de toekomstige gasten van de shelter mijn inspanningen kunnen waarderen.
Thuis
Tja, en dan is het weer tijd om naar huis te gaan. En wanneer je de volgede dag in de tuin staat zie je dat het hier ook niet stil heeft gestaan. De (tamme) braam hangt helemaal vol! De eerste lading van een kilootje of drie wordt omgezet in limonadesiroop (inmiddels al weer op) en we geven iedereen die het wil een grote bak mee.
De appels houden wel lekker zelf, gewoon om zo te eten en voor de appelmoes.