Shelter versie 2

Het was bijna al weer een jaar geleden dat ik voor het laatst in mijn bos ben geweest. Jemig wat kan je veel met andere dingen bezig zijn!

Om de vaart in de bouw van mijn shelter te houden had ik bedacht dat ik een groot zeil zou meenemen dat ik van Johan had gekregen en daarmee de shelter waterdicht zou maken. Daarna camoufleren en klaar. Debris shelters maken is leuk enzo maar het moet wel een beetje opschieten!

Dus toen de kinderen bij Opa en Oma aan het logeren waren zag ik een mooie kans om weer eens mijn bos in te trekken.

Toen ik mijn shelter na een jaar weer zag, zag het er een beetje triest uit. Veel takken waren erop gevallen –tot een kleine boom aan toe- en de schors die ik er eerder had opgelegd was in een aantal plaatsen losgeraakt en verschoven.

Op de bovenstaande foto kan je de kleine boom aan de rechter kant op het dak zien liggen. Hieronder zie je de verschoven schorspanelen die zijn los gekomen.

Verder was de zijsteun (op bovenstaande foto links – de paal die uit het schors komt) bij de voet verrot en kapot. Deze heb ik verwijderd en na testen besloten geen nieuwe te plaatsen. Het frame is rock solid.

Na alle schors van het dak te hebben gehaald en op een aantal gesorteerde stapels te hebben gelegd begon ik met het weg halen van de uitstekende zijtakken. Deze had ik aan de palen gelaten om ophangpunten voor het schors en ander materiaal te bieden, maar omdat ik er een zeil overheen wil gaan spannen zouden deze zijtakken voor gaten en scheuren kunnen zorgen. Nadat ik met de bijl rond de hut was, werd het tijd om het zeil te plaatsen. Wat een heerlijk groot zeil zeg!

Met de lunch even een vuurtje gemaakt in de vuurkorf die nog had liggen (en niet verkocht kreeg). Het is een heel duur design ding waar ik initieel een beetje twijfels over had of het ook practisch zou zijn, maar de uitsparingen zijn ideaal om je potje water in te zetten (of later ook een blik soep). Na een hete kop thee en een bakje noodles weer aan het werk.

Met wat touwtjes kon ik de zeilogen bevestigen aan het frame en klaar. Daarna was het een kwestie van het vertikaal neerleggen van de schors en takken en stokken daar over heen en afdichten met humus en bladeren.

Hier is te zien hoe het meeste van het zeil weer is gecamoufleerd.

Hoewel er nog steile stukken zijn die nog wat aandacht behoeven. Maar dat komt de volgende keer wel weer. Een shelter is altijd een work in progress.

Daarna de vuurplaats in de shelter gemaakt en een lekker ‘bakkie’ soep gegeten.

 

Dit filmpje geeft een indruk hoe het nu is geworden.

De shelter is klaar voor gebruik. Wie zal ik eens uitnodigen om mee te gaan?? Smile

NBF Weekend 2011

Vrijdag 19 augustus 2011 reed ik van mijn werk naar Hazerswoude waar op het NTKC campeerterrein het NBF Weekend voor 2011 gehouden zou worden. Ik had alle spullen die ochtend al in de auto gelegd en reed rond 17:00 het terrein op.

Het campeerterrein is een combinatie van grasvelden met bosstroken. Ik besloot al snel, na wat initiele begroetingen mijn zeiltje in het bos op te zetten.

Het opzetten was allemaal zo gedaan en daarna ging ik terug om nog wat met bekende te kletsen. Het avondeten zou ik bij mijn stekkie bereiden en nuttigen. Ik had expres van huis niet al te veel eten meegebracht en moest dus nog even erop uit om wat aanvullingen te oogsten. Het eerste waar mijn oog op viel waren de brandnetels en de vlierbessen, dus waarom moeilijker doen dan nodig. Na met mijn pannetje het nodige verzameld te hebben ging ik terug naar mijn stek om een vuurtje aan te leggen. Ik had na het opzetten ook al een eerste ronde hout verzameld dus ik kon gelijk aan de gang. Met een beetje berkenbast en de firesteel was het zo gepiept. Mijn pannetje met brandnetel en vlierbessen in het water op het vuurtje en nog wat hamburgers bakken die ik had mee genomen.

Nadat de brandnetel en vlier een tijdje hadden gekookt, mengde ik door het water aardappelpureepoeder zodat ik een soort stamppot kreeg. Het grote voordeel van deze methode is dat je makkelijk en licht koolhydraten kan meenemen (die zijn in het wild best lastig te vinden) en dat je je kookwater niet afgiet, waardoor alle vitamines e.d. die in het water zitten gewoon behouden blijven. Nog even de hamburgers klein maken en er doorheen en dan maar lekker smullen.

Als toetje een banaan in de schil opengesneden en gestuffed met chocolade. Deze dan even op de hete kolen totdat alles lekker zacht is en dan met een lepeltje uitlepellen.

Die avond gezellig met een aantal mensen staan te praten, tegen 23:00 uur naar bed en de volgende ochtend redelijk uitgeslapen zelfs. Ik was pas tegen achten mijn bed uit! Ook heel fijn dat ik echt goed heb geslapen. Meestal slaap ik de eerste nacht niet zo best. Misschien begint het allemaal nou toch te wennen? 😉

Ik besloot maar weer vlierbessen te plukken voor de bannock die ik wilde gaan maken. Een goede tip is niet te lang te wachten met het toevoegen van bessen e.d. aan je deeg. Ik had mijn deeg op een goede vochtigheid maar na ik de vlierbessen erbij had gedaan was het een klef zooitje geworden. Uiteindelijk werkt dat ook wel je krijgt alleen veel viezere vingers. Ik had dus in ieder geval brood op de plank.

Terwijl de bannock langzaam aan het bakken was heb ik nog twee eitjes met spek gegeten die ik mee had genomen en twee mokken thee gedronken.

Trouwens, dit was mijn bannock recept:

– Bloem
– Backing powder
– Brinta
– Melkpoeder
– Eierpoeder
– Klein beetje zout
– Vlierbessen

Ik heb de bannock langzaam opgegeten terwijl ik rond de camping liep en heb verder de hele dag geen honger gehad. Tjonge, wat is dat spul zwaar zeg! 😉

In de loop van de ochtend begon Thijmen aan het villen van het wild wat die avond (zaterdag) door de mensen die zich daarvoor hadden opgegeven gegeten kon worden. Er was een ree en een zwijn(tje).

Mensen die zin hadden mochten ook eens proberen om het velletje los te krijgen – en dat alles met een stukje vuursteen (als mesje).

Verder was iedereen wel bezig met iets. Kinderen vonden elkaar snel en waren lekker aan het spelen, sommigen hadden hun projectjes meegenomen en andere zaten gewoon lekker met elkaar te kletsen om het vuur.

Hier is Anneke een net-mandje-tasje (?) aan het maken van de binnenbast van een Linde boom. Ook werd er wol gevilt.

Door de inspanningen van een aantal mensen (die ik dan ook zeer erkentelijk ben) werd het gevilde wild boven een breed vuur te garen gehangen.

Zo tegen zessen konden we aanvallen en hebben we heerlijk genoten van een stoofpotje (ik geloof dat er 50 liter was!) met ree en de stukjes vlees die werden afgesneden van de bouten boven het vuur.

Die avond ben ik vroeg naar bed gegaan met een lichte hoofdpijn maar gelukkig was die de volgende ochten toen ik om ongeveer half zeven opstond weer helemaal verdwenen. Weer heel lekker geslapen. Het was initieel de bedoeling om weer bannock te maken, maar gisteren heeft dat wel zeker een uurtje of twee geduurd. Eigenlijk had ik daar niet zo zin in vandaag. Het is wel heel romantisch je eigen brood maken enzo, maar het kost wel veel tijd. Wellicht doen de meer geroutineerde mensen het ook sneller dan ik. Dus het werd weer twee eitjes met spek, een mok thee en een banaan.

De rest van de zondag heerlijk zitten praten met deze en gene. Later nog even boog geschoten en nog even met mijn katapult eikeltjes op een paaltje geschoten. Het was zo gezellig dat ik verder zondag geen foto heb geschoten.

Redelijk op tijd naar huis gereden waar het gewone leven in volle gang was…

Iedereen die aanwezig was hartelijk bedankt voor het gezellige samenzijn. Iedereen die zich heeft ingezet voor het groter goed – enorm bedankt voor jullie inspanning en enthausiasme. Op naar volgend jaar!

Vakantie Zweden 2011

We zijn inmiddels al weer een aantal weken terug. Ik was van plan om mijn verslagje eerder te schrijven maar op een of andere manier kwam er steeds wat tussen of ik had helemaal geen zin. Nou ja, nu ben ik dan toch begonnen.

We zijn weer met het hele gezin naar zweden geweest. Getno Gard dit keer. We hadden daar voor twee en een halve week een huisje gehuurd. Uiteindelijk zijn we drie weken gebleven.

We hadden niet zo mooi weer als vorig jaar en af en toe echt een dag dat het de hele tijd regent. Gelukkig was het huisje dusdanig groot en luxe dat we makkelijk een dagje binnen konden blijven; de nodige boeken lezen en spelletjes doen. Maar als het even kon ging ik naar buiten – ook in de regen – en trok ik erop uit om het schiereiland te verkennen waar de camping op gelegen is.

Wandelen

Wanneer het regende deed ik mijn poncho aan en ging het bos in. Dat ziet er dan ongeveer zo uit (niet schrikken 😉 )

Onderweg probeerde ik dan op van alles en nog wat te letten: sporen van dieren, eetbare planten, waar zou ik mijn bivak maken, wat zou een goeie visstek zijn (vissen was niet gratis dus dat heb ik niet in de praktijk gebracht) en nog meer.

Volgens mij heb ik vorig jaar een bij identieke foto geschoten. Omdat het een schiereiland was waar de over de smalle toegang ook nog eens een weg was aangelegd heb ik niet heeeel erg veel sporen van grotere dieren gezien. Dit was een van de zeldzame keren dat ik zulke grote keutels tegen kwam (volgens mij eland?). Ook wel kleinere keutels gezien van reeen of hazen (hazen ook werkelijk waargenomen), maar ik kan daar niet echt het verschil tussen zien.

Wel een mogelijke territorium afbakening, maar van wie?

Misschien wel gewoon een hond – waarvan ik er een aantal gezien heb.

Verder nog een interessante vonst van haarballen (denk ik). Hoe en wat heb ik niet kunnen afleiden. Het maakte nogal een oude indruk en het lag op/vlakbij een wandel paadje…

Als experiment heb ik ook een keertje een wandelingetje van een aantal uurtjes gemaakt zonder eten mee te nemen (wel water). Regelmatig stopte ik om wat van de bosbessen en frambozen te eten (waren de enige twee bessen die ik positief kon identificeren).

Het lijkt erop dat wanneer je regelmatig een paar handjes fruit eet je het nog redelijk kan uitzingen. Het experiment duurde te kort om echt lange termijn gevolgen te kunnen vaststellen – mijn vermoeden is dat je uiteindelijk de koolhydraten wel gaat missen en je energie minder en minder wordt.

Verder natuurlijk mooie natuur gezien zeker wanneer ik echt van het pad afweek en dwars door het bos liep – zoals hier een veld met rotsen dat helemaal overgroeid is door het mos.

Er waren natuurlijk heel veel sparren te zien. Soms jong, klein en dicht op elkaar. Soms wat ouder groter en met meer tussenruimte.

Je kon duidelijk aan verschillende percelen de verschillende stadia van boskap zien. Net gekapt, jonge aanwas, jonge groei uitgedunt en de wat oudere bomen.

Soms zag ik ook dingen die ik nog nooit had gezien. Bijvoorbeeld, welke soort boom is dit?

Kurkboom? – in Zweden? Nee het is een berk. Als je naar boven had gekeken dat had je gewoon de kenmerkende witte bast gezien en de druppelvormige blaadjes. Bijkbaar doen berken in Zweden anders dan in Nederland als ze wat groter worden.

Schimmel

Hoewel het best nog vroeg in het jaar was, waren er toch ook al diverse schimmels te zien (paddestoelen). Van net uit de grond komend…

Tot al best groot.

Ik heb verder niks geplukt, aangezien ik niet 100% op me gemak ben met identificatie. Maar hier en daar dacht ik wel een aantal boleten te herkennen.

Maar is dit nou een kastanjeboleet of eekhoorntjes brood? Op zich maakt het niet uit als het een van die twee is aangezien ze beide eetbaar zijn. Maar ja, misschien is er wel een soort die er ook erg op lijkt en niet zo makkelijk op de maag ligt. Bij boleten loop je al veel minder risico dan bij amonieten, maar toch…

Soms gebruikte ik mijn foto toestel (eigenlijk mijn telefoon) om even te kijken of het een boleet was of een amoniet. Zeker als het nat is scheelt dat weer op de knieen.

Ja, toch een boleet… 😉

Op een bepaald moment dacht ik een een enorme hars klomp op een den gevonden te hebben, zo zag het eruit van een afstandje. Maar toen ik eenmaal dichterbij was en er even met mijn vinger tegenaan kwam was het snel duidelijk dat het absoluut geen boomhars kon zijn. Het leek wel een drilpudding!

Ik had zoiets nog niet eerder gezien. Als ik me goed herinner was de den zelf dood.

Meer

Aangezien we op een schiereiland waren was er altijd wel ergens water in de buurt. Dit levert een aantal mooie plaatjes op. Soms met veel riet, soms met (ik denk) pitrus.

Hut

Ik dacht dat het misschien wel leuk was voor de kinderen om een hutje te maken. Hoewel het idee redelijk enthausiast werd ontvangen was de uiteindelijke hulp minimaal en hebben ze er ook niet echt in gespeeld. Nou ja, weer een keertje geoefend.

Bijl

Tijdens mijn omzwervingen kwam ik ook een shelter tegen (er is een mooi Zweeds woord voor zo’n huisje, maar dat ben ik even kwijt).

Hierin lagen een paar dekens, twee houtzagen en een bijlkop. Het was duidelijk een oud dingetje. Ik dacht dat het misschien een leuk idee was om hiervoor een steel te maken. Het zou de kop in ieder geval beter/effectiever bruikbaar maken en het geeft mij de mogelijkheid om dat ook eens te doen.

Na een stukje redelijk nieuw dood (berken) hout te hebben gevonden – het gebied was ook nog eens een natuurreservaat dus kappen van levend hout was ten strengste verboden – en daar de initiele vorm van een steel uit te hebben gehaald begon het process van de steel passend maken op de kop.

Je kan wel zien dat de steel wat dikker (breeder) was dan het gat in de kop. Ik heb de breedte er toch maar aan gelaten omdat ik het wel prettig in de hand vond liggen en het ook weer werk scheelde waar het mij eigenlijk niet zo om ging.

De wig gespleten van een reststukje van de steel en alles met bijl en mes gedaan. Alleen de uitsparing voor de wig in de steel is gezaagd en het stuk van de wig dat uitstak na bevestiging is ook gezaagd.

Een klein stukje de steel laten uitsteken voor een betere verbinding.

Tot slot met mijn slijpsteentje ook nog een redelijke scherpe rand op de bijl geslepen – een botte bijl is tenslotte armoe.

Al met al een twee en een half uur mee zoet geweest en me heerlijk vermaakt. Ik hoop maar dat de toekomstige gasten van de shelter mijn inspanningen kunnen waarderen.

Thuis

Tja, en dan is het weer tijd om naar huis te gaan. En wanneer je de volgede dag in de tuin staat zie je dat het hier ook niet stil heeft gestaan. De (tamme) braam hangt helemaal vol! De eerste lading van een kilootje of drie wordt omgezet in limonadesiroop (inmiddels al weer op) en we geven iedereen die het wil een grote bak mee.

De appels houden wel lekker zelf, gewoon om zo te eten en voor de appelmoes.

Mijn hutje in het bos

Toen ik gisteren in het bos was ben ik verder gegaan aan mijn hutje. Hoewel je normaal een hutje in een paar uur bouwt, is dit een wat permanenter huisje voor als ik weekendjes daar ga verblijven.

Ik heb besloten om het gehele dak eerst met boomschors te bekleden. Wanneer er zo nog bladeren en humus overheen gaat, vallen die niet tussen de spijlen van het houtwerk door.

Mijn eerste idee was om de bast van een omgevallen boom te halen.

Op zich ging het best aardig maar het was nogal vochtig en de bast liet niet heel mooi los. Toen ik de eerste lading naar mijn hutje droeg, werd het al snel duidelijk dat dit niet de oplossing was. Het was zwaar en nat.

Ik herrinerde me dat er naast mijn perceel een groot perceel is met losstaande bomen waarvan een goed aantal dood was. Eenmaal daar aangekomen was het een koud kunstje om de bast van de dode bomen te halen.

Wanneer ik een lekker stapeltje bij elkaar heb verzameld, bind ik het met een touwtje vast en draag het naar mijn hutje.

Er was een moment dat ik de bast verwijderde en mijn oog hierop viel.

Gelukkig was het oude nest verlaten.

Hier nog een klein filmpje dat ik gemaakt heb toen ik lekker bezig was met de bast op mijn hutje leggen.

Poncho / Hangmat / Tarp – deel 3

Gisteren naar het bos geweest en even mijn hangmat getest.Als eerste de bridge hammock configuratie getest.

Initieel ging alles goed, ik lag er prins-heerlijk in, met mijn koppie in het het zonnetje.

Toen ben ik wat omhoog geschoven zodat mijn schouders meer ter hoogte van de stok zouden zitten. Het idee is dat je daar het breedst bent en de hangmat ook bij de stok het breedst is. Ik hoorde het zachtjes kraken – alsof de stof het draadje voor draadje aan het begeven was. Zo snel als ik kon, zonder te veel dynamische krachten te genereren, ben ik uit de hangmat geklommen en ja hoor, bij het ophangpunt van de stok was het een beetje kapot. Het is duidelijk dat dit ontwerp alleen bedoelt is om in het midden te liggen.

Daarna de hangmat nog als gathered-end opgehangen. Door de beide uiteinden in een knot te binden en deze met twee touwen aan een boom te binden krijg je een simpele hangmat. Toen ik hier echter in ging liggen, hoorde ik het ook al weer kraken! Jeetje!. Na wat zoeken ontdekte ik dat de middelste knoop een klein beetje uitgescheurd was. Eigenlijk wel logisch: de meeste krachten komen in het midden van het doek te staan bij dit type hammock. Ik moet duidelijk de punten waar de knopen aanhechten nog wat versterker.

Dit was eigenlijk de eerste keer dat ik de hangmat echt heb getest (een goede leer voor de volgende keer: eerder testen!). Het is natuurlijk jammer dat niet alles direct zo werkte als ik het me had voorgesteld. Aan de andere kant is het maar goed dat deze problemen direct aan het licht komen. Ik kan er nu nog iets mee/aan doen.

Wordt vervolgd…

Poncho / Hangmat / Tarp – deel 2

Het naaiwerk is nu klaar. Ik heb een hoofdgat in het doek gemaakt zodat je nu ook echt je hoofd door de poncho kan steken.

Ook heb ik rond het doek ook een strook webbing aangebracht die om de 7 cm vast genaaid zit. Hiermee krijg je een flexibel systeem wat gebruikt kan worden om het doek dicht te rijgen (de mouwen van een poncho of een deur wanneer deze als tarp wordt gebruikt) of om het op elk willekeurig punt te kunnen opspannen.

De stof is ingeknipt en om beide zijde van de snede is een zoom gemaakt met een nieuwstuk stof dat van de voorkant naar de achterkant loopt. Hierboven de ‘binnenkant’ van de poncho waar de uiteindenen van het hoofdgat zijn versterkt met webbing tegen het verder uitscheuren.

Aan de buitenkant van het hoofdgat is de zoom aan de voorkant voorzien van drie knoopsgaten. Op de 2e foto zie je afsluit lap die over het hoofdgat valt en met drie knopen worden bevestigd. Platte houten knopen, zodat je er (bijna) niks van voelt als je erop ligt in de hangmat.

Hier zie je het opgeslagen hoofdgat. Wanneer je werkelijk je hoofd erdoorheen zou steken, werkt het stuk waar de knopen op zitten (bovenin de foto) als een soort kraag. De knopen in je nek geven gelijk bevestigingspunten voor een (nog te maken) capuchon.

Precies in het midden van de doek is een lusje aangebracht. Dit kan als bevestigingspunt dienen bij de trap functie of gewoon als lussje om je poncho op te hangen wanneer deze nat is.

Rondom is een strook webbing aangebracht. Op de hoekpunten zitten (nog steeds) de lussen voor het opspannen van de tarp. Aan de kopse kanten van het doek, waar de geul zit waar nu een stuk paracord in zit, is de webben achter de geul aangebracht. Deze feature van de webbing strook is pas later bedacht. In een volgend model zou je eerst de webbing erop kunnen naaien en daarna de geul voor het koord maken, zodat de webbing meer aan de rand van het doek komt.

Zoals op de bovenstaande foto te zien is is de webbing strook om de 7 cm vast genaaid zodat er een reeks lussen onstaan. Deze kunnen op elke mogelijke wijze gebruikt worden. De lussen zijn echt niet bedoeld om veel kracht te kunnen verwerken (in tegenstelling tot de hoeklussen), maar moeten sterk genoeg zijn om het doek te kunnen opspannen.

Volgende stap is nu het werkelijke oil-cloth process. Ik heb een aantal kleine testlappen van de stof die ik nog over heb afgeknipt, zodat ik daar een beetje mee kan experimenteren. Hoe dat verder gaat lees je in deel 3.

Poncho / Hangmat / Tarp – deel 1

Ik ben begonnen aan mijn idee om een poncho te maken van oil cloth. Deze poncho kan ook dienst doen als shelter / tarp en tevens als hangmat.

Ik ben begonnen met een lap katoen van ongeveer 2.5 m lengte en 1.7 m breedte. In de lengte richting aan beide kanten een grote zoom genaaid waardoor een koord getrokken gaat worden – in de breedte richting een kleine zoom genaaid tegen het rafelen.

Het koord in de uiteinde kan worden gebruikt om een zg. gathered-end hammock mee te maken: de eindes bind je samen en span je op tussen twee bomen. De totale lengte is dan iets minder dan 2.5 meter.

Ik heb van nylon webbing twee draagbanden gemaakt die gebruikt worden wanneer de poncho als bridge hammock gebruikt wordt. Hierbij worden aan beide uiteinde stokken gebruikt om de hangmat uit elkaar te houden. De stokken zoek en maak je ter plekke in het bos.

Deze draagbanden zijn gebogen op het doek genaaid. Het idee is dat er een soort draagbrug ontstaat. Door de kromming te nemen komt het doek (en jij dus ook als je in de hangmat ligt) rechter te liggen dan wanneer je deze banden er gewoon recht op zou naaien. De afstand tussen de stokken is ongeveer 180 cm en laat dus nog aan beide uiteinden zo-een 35 cm ruimte over om het bed te verlengen of dicht te maken. De mate van buiging (ronding) heb ik op het hammock forum gevonden. Daar is veel te vinden voor zelfbouwers.

Vervolgens zijn de einden van de band in een lus genaaid zodat er een holte onstaat waarin een stok (uit het bos) klem gezet kan worden.

De reden waarom ik de poncho ook geschikt maak om als bridge-hammock te dienen is dat bij een bridge hammock de meeste krachten op de banden komen te staan. Wanneer ik zo een hoofdgat ga maken voor de poncho functie, introduceer ik daarmee een zwakke plek die bij een gathered-end hammock veel meer krachten te verwerken zouden krijgen.

Ook is het nu mogelijk om een hybride hammock te maken waarbij bijv. het voeteneind als gathered-end wordt opgebonden en het hoofdeinde als bridge hammock (met stok dus) wordt gebruikt.

De poncho kan dus ook als tarp (zeiltje) dienst doen. De lussen (ook van nylon webbing) maken het mogelijk om de poncho op te spannen zodat er een leef-/slaapruimte ontstaat.

Elke hoek heeft nu een lus waarmee de poncho opgespannen kan worden.Er zullen een aantal extra lussen worden opgenomen zodat de poncho op veel manieren opgespannen kan worden.

Voordat ik verder ga, eerst maar even wat testen. Met een paar stokken uit de schuur kan ik de poncho voor de eerste keer als bridge hammock opspannen.

De stok aan de voorkant is langer dan aan de achterkant. Op deze manier kan je ook enigsinds de diepte van de hangmat regelen. Hoe breeder de stok hoe ondieper de hangmat.

Aangezien ik niet echt sterke palen in de tuin heb en de touwtjes ook wat dun zijn, ga ik er zelf niet in liggen. Maar die twee apen van mij willen dat wel!

Ik heb de stof nog niet met olie behandeld. Ik wil eerst een aantal proef stukjes maken voordat ik echt aan begin. Daarnaast moet de poncho ook eerst helemaal af zijn. Op dit moment breek ik mijn hoofd over hoe ik dat hoofdgat voor de poncho functie zo ga maken dat er ook nog een capuchon op geknoopt kan worden en dat er een flap/overlap is om voor de tarp functie het nog waterdicht te houden.

Wordt vervolgt…

Nat in het bos

Omdat het zaterdag zo mooi weer was dachten we zondag (3 april 2011) eens lekker naar het bos te gaan. Helaas was het vooral regen dat we zagen. Ondanks dat hebben we weer lekker vertoeft.

De kinderen hadden er in eerste instantie wat minder zin in, verveling en niet weten wat ze konden doen (in de regen); wilden ze eigenlijk gelijk weer naar huis. Uiteindelijk hebben ze lekker samen op de hangmat onder een opgespannen poncho zitten spelen en schommelen.

Kira was ook weer mee en kon voor het eerst de nieuwe hangmat (140×220) uitproberen. Al snel moest er een dakje boven van wege de regen maar zo ontstond er wel een knus huisje.

Ik was lekker bezig met mijn hut. Ik heb de zijkanten van een skelet van hout voorzien en het rechte dak bedekt met boomschors. Niet om het waterdicht te maken, maar om de bladeren en humus dat er zo nog opkomt, niet tussen de palen te laten vallen. Er liggen nog een aantal andere omgevallen bomen waarvan ik de bast kan oogsten om de rest van het dak te bedekken.

Voor nu heb ik de zijkanten bedekt met kleine takjes (nog niet op de foto te zien) zodat er een soort net ontstaat; ook weer om de bladeren en humus dat er op komt een beetje vast te houden. Maar misschien als ik genoeg boombast kan vinden dat ik dat gebruik. Probleem is dat de zijkanten van het dak rond zijn, maar met op maat gesneden stukken boombast moet het wel lukken.

Ondanks de regen was het toch weer een leuke dag buiten.

Weer in het bos

Zondag 20 maart 2011 zijn we weer naar ons bos geweest. Het leuke was dat nu iedereen mee was. Ik heb lekker aan mijn hutje kunnen werken en Wessel en Sofie hebben lekker rond kunnen scharellen. Kira lag lekker ingepakt in de hangmat een boekje te lezen. Het was prachtig weer (maar wel fris). Zo tegen drieen zijn we weer naar huis gegaan om op tijd thuis te zijn en lekker te kunnen eten en de kinderen op tijd in bed te krijgen.

Wat ook wel interessant was, was het feit dat het grondwater nivo een stuk hoger was met als gevolg dat de geulen die ‘s zomers droog staan nu gevuld waren met water. Alles bij elkaar was het allemaal best vochtig. Ik heb het gevoel dat dit ook mede oorzaak is aan de grote hoeveelheid rotte bomen Winking smile.

Het bedje stond al een tijdje nu ook het begin van het dak gemaakt. Het is allemaal lekker ruim, zodat je ook op het bedje kan zitten en niet je hoofd stoot tegen het dak. Aan de rechter kant in de foto, waar de paal diagonaal uit het beeld loopt, komt een plek om droog wat brand hout te kunnen opslaan.

In tussen lag Kira lekker in haar boekje te lezen Winking smile.

Al met al een heerlijk dagje buiten dus.

Cursus Boog bouwen 2

26 en 27 feb 2011 werd het 2e deel van de cursus boog bouwen gegeven. Helaas kon niet iedereen die er bij deel 1 bij was, aanwezig zijn. Na een korte introductie en instructie was het heerlijk buiten het half fabrikaat, dat nu goed droog was, afmaken tot een werkelijke boog. We hadden niet te koud en droog weer, prima weer om de hele dag aan je stammetje te kloppen.

 

En ook ik had al redelijk snel iets dat al op een boog leek.

Het proces van hout weghalen en de buiging controleren noemen we ‘tilleren’. Telkens wanneer je wat hout had weggehaald, controleer je de buiging van het hout. Delen bij het handvat, in het midden, buigen bijna niet. De armen moeten gelijkmatig buigen en de uiteinden buigen ook weer (bijna) niet – die werken als hefbomen. Natuurlijk is het hout niet helemaal kaarsrecht en dat moet je dus wel meenemen in de inschatting in welke mate de armen van je boog buigen.

Gelukkig was Diederik altijd in de buurt om even te helpen met de inschatting waar er nog een stukje weg gehaald moest worden en waar je nu even niks meer aan moest doen. Het is heel lastig om in het begin zelf in te schatten hoe je boog buigt. Voornamelijk omdat je er niet van de zijkant (profiel) tegenaan kan kijken. Een tweede mand die even de boog voor je spant en ontspant is dan wel zo makkelijk. Maar op het eind had ik er wel een beter oog voor dan in het begin.

‘s Avonds lekker binnen bij het haardvuur praten en grappen en grollen. Ik had buiten in het bos mijn bedje gemaakt (vergeten om daar een foto van te nemen) en zo rond tienen was het voor mij tijd.

De nacht was heel niet koud en ik heb dan ook een tijdje met de rits half open gelegen. ‘s Ochtends tegen 08:00 werd ik wakker en het was al licht. Snel opstaan en mijn spulletjes weer in de rugzak en de rugzak in de auto.

Vandaag het laatste stukje tilleren en fijnafwerking van o.a. mijn handvat. De laatste flinters hout met het mes eraf geschraapt en alle scherpe hoeken afgerond. Toen was het tijd om de darmen pees op te spannen. Met hulp van Diederik en wat voor(st)rekken paste mijn pees prima op de boog.

Halverwege de middag was iedereen klaar met zijn boog en gingen we gezamelijk even schieten – kijken hoe de nieuwe aanwinsten het deden. Ik moet zeggen dat ik echt verbaasd was van de performance van mijn boog. Goede trekkracht en een redelijke snelheid.

Als laatste een lang-afstandsschot waarbij mijn pijl echt het verste kwam van allemaal, zo ver zelfs dat we hem uit het oog verloren. Gelukkig vonden we hem later – een kleine 15 meter van het huisje – weer terug.

Het is een fantastische ervaring om met een balk hout te beginnen en met een goed schietende boog te eindigen.

Iedereen bedankt voor het gezellige samenzijn.

Winter Bushcraft in Drenthe

Op 19 en 20 februari ben ik naar noord Drenthe gereden om op een NTKC camping een winter weekendje buiten te zijn. Dit alles georganiseerd via het NBF.

‘S ochtends enigsinds bijtijds weg gegaan van huis en om ongeveer 10:30 was ik ter plekke. Na wat handen te hebben geschud eerst maar eens mijn zeiltje opzetten. Aangezien het best fris was met een behoorlijke wind, besloot ik om niet een open dakje te maken maar om eens een frietzakje te proberen. Ik had deze manier van je tarp gebruiken nog nooit zelf uitgeprobeerd.

Door de punt aan de grond tegen de wind in te zetten maak je een luuwte waar onder je kan slapen.

Met een grondzeiltje en een matje lig je heerlijk beschut.

Nadat ik mijn stekkie had ingericht was het terug naar het kampvuur om nader kennis te maken met een aantal vaste gasten van de NTKC camping.

Inmiddels was Richard (een van de organisatoren) in zijn Dutch Oven (een gietijzeren pan) Drenthse gehaktsoep aan het maken. Die was heerlijk – zowel qua smaak als qua warmte.

Na de lunch kwam een grote groep NBF leden aan. Handen schuddend en “Leuk je weer te zien”.

Ik had een aantal wilgentenen bij me om at vlecht werk te doen en had het idee om een grote schaal te maken. Echter toen ik goed opweg was, kwam ik erachter dat naar mate de afstand tussen de staken groter werd, mijn vlechtwerk slechter bleef zitten, waarschijnlijk ook doordat de lengte van mijn tenen redelijk beperkt was. Afijn, dan maar afhechten en klaar. Het is een onderzetter geworden.

Ik heb het restandje wilgentenen en de onderzetter daar achtergelaten ter illustratie voor creatieve camping gasten.

Daarna met een aantal mensen van de NBF-kliek een wandeling gemaakt. Fat-wood en krul/gedraaide stokken waren het focuspunt. Fatwood is het hout van een harshoudende boom (den, spar) waarbij een extra grote concentratie hars meestal rond de wortels is verzameld toen de boom stierf. Dit hout maakt prima aanmaakblokjes voor het aanmaken van een vuurtje, zelfs als het nat is.

‘s Avonds lekker eten bij het kampvuur en daarna mogen delen in het opeten van een geit die Kevin B had meegenomen. Mooie verhalen van de mensen uit de bosbouw.

Rond 22:30 was het voor mij bedtijd en was het tijd om mijn nieuwe slaapzak voering te testen. Zelf in de lichte vorst van de nacht voelde de slaapzak heerlijk warm aan. Meestal is het toch wel fris als je er net inligt maar dat was nu niet echt. Uiteindelijk toch een beetje onrustig geslapen.

De volgende ochtend lekker ontbijten bij het centrale kampvuur en lekker babbelen en klooien. Ik heb nog geprobeerd om met een aantal gezochte stenen en mijn carbon-steel mes een geimproviseerde vuurslag te maken, maar daar had ik geen succes in.

Ik ben rond 14:00 huiswaards gegaan om ook nog even met de kinderen wat tijd door te brengen. Het was een heerlijk (hoewel fris) weekend waarin iedereen zich zichtbaar vermaakte. Voor nu en nog eens.

Via deze weg wil ik nog even hartelijke dank uitspreken naar de mensen die dit mogelijk hebben gemaakt en iedereen die erbij was.

Blazing Orange Fleece M90 Lakenzak

Ik heb een lakenzak voor de M90 gemaakt van fel oranje fleece. Fleece heb ik gekozen omdat dat zo comfortabel tegen de blote huid aan voelt. Fel oranje heb ik gekozen omdat ik nooit begrepen heb waarom de binnen kant van een ‘bushcraft’ slaapzak ook groen moet zijn. Dat je de buitenkant in schutkleur wilt hebben, bergijp ik, maar waarom niet de binnen kant van de slaapzak in een signaalkleur? Als er dan iets mis is en je hebt hulp nodig dan moet je goed zichtbaar zijn. Afijn, daarom heb ik dus voor fel oranje gekozen.

Ik heb een originele lakenzak van de M90 en daarvan heb ik met wat meten een patroon afgeleid. Online heb ik (meer dan genoeg) oranje fleece besteld dat al snel met de post naar mijn huis kwam.

Tja, daar zit je dan met vele vierkante meters aan stof. Hoe ga je dat recht afknippen? Na wat geexperimenteer, kwam ik uit op de eettafel met een stuk recht hout en wat (lijm)klemmetjes en een stofschaar. Oh en een centimeter natuurlijk.

Toen ik alle panden van de lakenzak had uitgeknipt kon ik ze aan elkaar naaien. Eerst even bij elkaar spelden en dan met een gewone steek de twee delen verbinden. In een middagje zat de hele zak in elkaar.

Nu was het zaak om band met de drukknopen te maken. De M90 klikt de verschillende lagen in elkaar met drukkers. Erg handig en uitbreidbaar Winking smile. Wat een werkje was dat zeg, 32 drukkers om de 19 cm op een strook katoenband naaien. Gelukkig heeft de naaimachine een stand om knopen mee aan te zetten en die kan ik hier prima voor gerbuiken. Elke drukker zit met drie stiksels vast.

Daarna de randen nog even netjes afgestikt met een zig-zag steek en de banden met de drukkers aan de lakenzak genaait. Hier zie je de banden nog even naast de originele lakenzak liggen om te controleren of ik de drukkers wel op de goede plek had bevestigd.

Het was alles bij elkaar toch wel erg veel werk, maar dat komt ook door mijn onervarenheid met de naaimachine. Maar het eindresultaat mag er zijn. Het ziet er zo heerlijk zacht en fluffy uit, dat je er gelijk in wilt kruipen.

Ik denk dat ik nu wel een beetje klaar ben met M90 modificaties en toevoegingen maken. Ik heb nu een zomerzak en een fleece lakenzak/binnen hoes. Hiermee kan ik denk ik wel zo combineren dat ik alle temperaturen aan kan (binnen grenzen).

Trek- en lepelmes

Jan van Nuk Knives had voor mij een lemmet gemaakt voor een gecombineerd trek en lepelmes. Ik had het al een tijdje liggen en moest er nog een handvat opmaken.

(foto: Jan – Nuk Knives)

In de kerstvakantie had ik afgesproken met Jan om in een workshop het handvat eraan te zetten. Ik heb ter voorbereiding twee prototypes van karton gemaakt waar de duim zijwaards geplaatst werd. Een trekmes houdt je meestal onderhands vast met de duim naar buiten. Maar omdat dit mes ook een lepelmes is moet je hem ook ‘normaal’ kunnen vast houden. In deze prototypes (helaas geen fotos van) liet ik het handvat achter het lemmet in een soort knop (met een deuk voor de duim) eindigen.

In overleg met Jan de duim toch maar gewoon op/naast de wijzvinger geplaatst omdat dit minder spanning in de onderarm geeft bij een onderhandse greep.

Na een stukje meranti hout te hebben uit gezocht begonnen met het aftekenen en uitzagen van de ruwe (ruime) vorm. Van de twee blokken hout die aan weerszijde van het lemmet worden gemonteerd, heb ik er eentje voor de lengte van het lemmet ‘verlaagt’ (dikte van het lemmet), zodat de knop achter het lemmet mooi op elkaar aansluit. Na twee mooie messing holle pennen te hebben gezaagd en de gaten in de grepen te hebben geboord (met dank aan de vaste hand van Jan) konden de kopse voorkanten worden afgewerkt. Wanneer de grepen eenmaal op het mes zijn bevestigd, kom je hier moeilijk bij.

Daarna twee-componentenlijm aanmaken en het hout op het lemmet plakken samen met de messing pennen. Daarna moet het 2 uur drogen. Ondertussen konden we een hapje eten.

Daarna op de schuurbandmachine de houten grepen rond gemaakt. Het lastige van deze greep is de knop aan het eind. Hierdoor kan je niet alles op de schuurbandmachine doen en heb ik met vijlen en schuurpapier de knop in grove vorm uit het hout gehaald.

Inmiddels was het al redelijk laat en na nog wat tips van Jan gekregen te hebben over hoe het verder af te werken ben ik naar huis gegaan.

In het oud-en-nieuw weekend heb ik met wat fijn schuurpapier de fijnafwerking van het handvat afgemaakt.

Hieronder de fotos van het eindresultaat. Het rechte gedeelte van het mes is het trekmes gedeelte, de krul aan het eind is het lepelmes gedeelte.

Het handvat is in principe rond. De knop aan het eind geeft een goede grip aan het gereedschap. Je ziet dat de snede aan de onderkant is gemaakt.

Hier een bovenaanzicht van de handgreep met de holle pinnen. Holle pennen geven je mogelijkheden om het mes te fixeren indien dit nodig/handig is.

Hier kan je het lemmet tussen de handgreep zien. De naat van het hout in de knop zit aan een kant van het lemet.

Zo zou je het mes vasthouden als je het als trekmes zou gebruiken.

De volgende uitdaging is om een schede te maken voor dit mes. Ik zit te denken aan een constructie waar een houten knop om de krul van het mes kan worden gezet voor een twee-handige trekmes bediening. Maar de details hiervan zijn nog niet uitgewerkt.

Cursus Buckskin

Het is al weer een hele tijd terug. Ik ben de laatste tijd zo druk dat het schrijven van een verslag er helemaal bij in is geschoten. Met als gevolg dat alle details natuurlijk inmiddels zijn weggezakt. Ook duurde het even voordat er fotos beschikbaar waren aangezien ik zelf geen fotos had eeft gemaakt (telefoon was leeg).

Dus dit wordt een kort verslag met –om dat te compenseren – wat meer foto’s.

Deze cursus was wederom in Diever in het scouting huisje in het bos, waar ook de boogbouw cursus gegeven werd.

Een verse huid wordt eerst aan de vlees kanrt schoon gemaakt. Daarna kan je de haren er vanaf schrapen wanneer de huid nog vers is, nadat deze gedroogt is of nadat de huid een tijdje heeft liggen rotten (natte method). Deze laatste methode gaat (waarschijnlijk) het gemakkelijkst, maar stinkt ook heel erg.

Het verse schrapen van de haren is goed te doen. Met een bot haalmes gaat het er redelijk vanaf. Maar het vergt wel inspanning.

We hadden ook een huid opgespannen in een frame en voor de openhaard in het huisje te drogen gezet (vuur zeer laag stoken).

Wanneer de huid droog is ga je de haren ervan af scheren met een scherpe schraper.

Wanneer de haren en de opperhuid ervan af zijn, ziet het wit of roze. Daar (vinger) is het goed. De rest zit nog opperhuid op. Meer schrapen, meer spierballen.

Het vel komt soms los in het frame te hangen door het schraapgeweld en moet dan weer oip spanning worden gebracht. Soms hoor je een knal, en is er iemand met zijn schraper doorheen gegaan. De buikhuid is veel dunner dan de huid in de nek en over de heupen.

Wanneer de huid helemaal geschraapt is kan deze in het looibad. Geen vieze chemicalien maar vetlooiing. Je kan er hersenen voor gebruiken maar die zijn bij de slager/slachter steeds moeilijker te krijgen. Olijfolie met een doos eieren (het gaat om het eigeel) werkt ook prima.

Dit laat je een nacht staan en daarna wring je de huid goed uit. Door het uitwringen zorg je ervoor dat het vet door de vezels van de huid worden geperst.

Je maakt een lus van de huid en gaat met deze twisten.

Wanneer er luchtbelletjes ontstaan betekent dit dat de looistof (en de lucht) goed door de huid heen gaan.

Het gebeurt bijna nooit maar het kan een keer voorkomen dat je de huid kapot trekt bij het wringen. Winking smile

Daarna gaat de huid nog een aantal keer terug in het looibad en wordt elke 30-60 minuten uitgewrongen (4x in totaal). Dan laat je de huid drogen totdat deze bijna droog is en dan ga je hem soepel maken. Wederom een pittig klusje.

Door systematisch te werken zorg je ervoor dat de hele huid mooi soepel wordt. Vooral de randjes vergen extra aandacht en let ook op de dunnere stukken want die drogen het snelst. Net zo lang doorgaan tot de huid droog en soepel is.

Gelukkig waren we met meer mensen zodat we de zware klusjes konden afwisselen.

Dan is het tijd om de huid te roken. We hadden een smeulend vuurtje gemaakt met verrot hout (geen vlammen, alleen gloeien) in een gat in de grond. Daarboven konden we de huid opzetten.

Daaroverheen deden we dan een zeiltje omdat het lichtjes regende en een ongerookte huid niet echt goed tegen water kan (dan wordt het weer hard en mag je weer gaan soepel maken).

Het roken ging zeer voorspoedig en “de man bij het vuur” hielt alles onder controle. Wanneer het roken klaar is (minimaal een half uur, daarna hoe donker je het wilt hebben) is de huid klaar en ruikt (zoals Wessel [6] zo treffend zei) naar een gerookte worst – en jij ook! Winking smile

John en Brenda bedankt voor de foto’s.

Cursus Boog bouwen 1

In het weekend van 16 en 17 oktober 2010 heb ik meegedaan aan een cursus boog bouwen met primitieve middelen van Extra Survival. En vooral dat laatste sprak mij erg aan: Hoe kan je met minimale middelen toch een functionerende boog maken?

Met een klein rugzakje met wat slaap spullen en wat eten vertrok ik zaterdag ochtend vroeg richting diever, waar de cursus werd gegeven. Nadat iedereen op het verzamelpunt bijeen was reden we naar een nabij gelegen Scouting huisje waar Diederik al op ons stond te wachten.

We deden even een voorstel rondje waarna Diederik wat aan de hand van een aantal voorbeelden de theorie van een boog en de bijkomende mechanica uitlegde, onder het genot van een kopje thee en koffie.

Daarna naar buiten waar een aantal stammetjes iep klaar lagen waar we onze bogen uit gingen vervaardigen. Nadat Diederik nog wat uitleg gaf waar je op moet letten (nerven en noesten) en een klein stukje te hebben voor gedaan van het splijten van een stam, gingen we allen aan het werk.

Ik werkte met Harry samen aan een boomstam waar onze bogen uit moesten komen. Het splijten ging initieel best goed maar later bleek dat de onderkant toch een beetje uit het lood aan het gaan was. Op advies van Diederik zijn we toen van de andere kant verder gegaan en konden we de stam nog redden.

Ik nam het moeilijke stuk waarin dus een ‘scheur’ zat. Eerst de scheur eruit hakken zodat we zien hoever die rijkt en of er daarna nog genoeg hout over is voor een boog. Uiteindelijk bleek de scheur ongeveer in het midden te zitten (waar het handvat moet komen) en hebben we besloten om de boog gewoon iets korter te maken waardoor het probleem gebied verschoof naar een plek waar we er geen last van hadden.

Daarna was het een kwestie van de bast eraf halen zodat je ook aan die kant een goed over-/inzicht krijgt hoe je hout eruit ziet. De techniek was te proberen strippen bast eraf te trekken, maar dat lukte maar gedeeltelijk. De rest van de (binnen) bast verwijderd door het met het mes haaks op de stam het eraf te schrapen. De hout vezels moet je zoveel mogelijk in takt laten zodat de boog sterk blijft.

Daarna is het de breedte uitzetten naast de middelijn en hout verwijderen totdat je een half fabrikaat overhoudt. Aangezien ik niet gewend ben om lang met de bijl te werken voelde ik het goed in mijn arm. De kunst is op tijd te stoppen zodat er geen ongelukken gebeuren.

Prima tevreden met het resultaat, hoewel het misschien nog niet op een boog lijkt Winking smile.

Daarna mezelf nuttig gemaakt en twee armen vol met brandhout gaan sprokkelen in het omliggende bos voor het vuur van die avond (binnen).

Na het avond eten hebben we binnen nog een boogpees gemaakt van de dunne darm van een varken. Je spant een aantal strengen op een tak en hangt dit vervolgens aan het plafond te drogen.

Zo rond tienen was iedereen wel toe aan een goede nachtrust want een hele dag buiten maakt je heerlijk rozig.

De volgende ochtend na het ontbijt gingen we werken aan twee pijlen. Eentje met een vuurstenen punt de andere met een stompe punt. Diederik legde weer het nodig uit; hoe je van een taps toelopende tak een pijlschacht kan maken, hoe je een nokje/uitsparking in je pijl kan maken waar de punt in past, hoe je van een vuursteen scherf een pijlpuntje kan “bikken”, hoe je die met hars en pees kan vastzetten en hoe vervolgens de veren aan je pijl kan maken.

Uiteindelijk zijn we bijna de hele dag hiermee bezig geweest. Als je dit voor de eerste keer doet is het best veel werk. Later schijnt het allemaal sneller te kunnen Winking smile.

Ik heb mijn pijl gemaakt met mijn gebruikelijk pragmatische insteek: als het werkt is het goed genoeg. Ondanks dat was het toch nog allemaal best veel werk. Het evenwijdig krijgen van een taps toellopende tak is lastig (ik ben duidelijk geen timmerman) en het bikken van een puntje duurt (als leek) ook even. Het werken met hars is lastiger dan Diederik het deed lijken en de veren was een priegel karweitje waar je echt even voor moet gaan zitten. Het werken met echte pees vond ik heel leuk.

De pees (van een rund in dit geval) trek je los in kleine sliertjes/draadjes en stop je in je mond om te weken. Je speeksel zorgt ervoor dat het niet in de knoop raakt (hoe dat precies werkt wil ik ook graag weten Winking smile). Daarna trek je een sliertje pees uit je mond en wikkel je het om je pijl heen op de plek waar je iets wil vast binden. Je hoeft geen knopen te leggen, het plakt automatisch vast wanneer het opdroogt.

Mijn tweede stompe pijl is maar half afgekomen maar die kan ik thuis wel verder afmaken.

Na met zijn alle te hebben opgeruimd en handjes te hebben geschud was het weer de auto in en naar huis waar ik het resultaat van mijn werk trots kon laten zien.

De cursus is nog niet afgelopen. Eind februari 2011 gaan we verder met de boog afmaken. In de tussentijd kan die lekker drogen bovenop de kast.

Het inrichten van mijn Bos

Ik ben bezig om een hutje te maken in mijn Bos. Ik wil van natuurlijke materialen een onderdak maken zodat ik er makkelijk kan blijven overnachten, in bushcraft stijl.

Ik had de vorige keer al een bed gemaakt maar had toen geen foto gemaakt.

Je kan goed zien dat het een lekker ruim bedje is. Hier overheen komt nog een schuin dak met een overhang, waardoor het bed –als het goed is- helemaal droog blijft ook wanneer de wind een keertje niet uit het westen waait.

Wessel was ook lekker aan het rommelen in het bos. Hij heeft een constructie van hout gemaakt en twee stokken aan elkaar gebonden met een stukje dennenwortel dat ik voor hem had opgegraven. Hier wordt een van de stokken op maat gezaagd.

Sofie was onderstussen met haar eigen spelletje bezig.

Daarna nog even lekker wat eten en snoepen (pepernoten!). Ik had de hangmat opgehangen met de tarp erboven, een knus huisje en een herkenbaar/goed zichtbaar punt in het dichte bos.

Ik heb ook nog geprobeerd om een waterputje te graven in de hoop bij het grondwater te komen.

 

Zoals je misschien kan zien op de foto is de toplaag humus en daarna een klein laagje klei. Daaronder is het vooral zand. Ik heb het afgedekt met takken zodat er geen dieren in vallen en hoop dat de volgende keer dat ik kom er water inzit, maar ik heb er een hard hoofd in.

We zijn ook opzoek gegaan naar geschikt bindmateriaal om de houten palen voor het dak bijelkaar te binden. Ik heb met bramen in mijn handen gestaan maar was niet onder de indruk van de sterkte en soepelheid.

Aan het eind van de dag heb ik nog bij een omgewaaide eik zijn bast geoogst. Dit zal een onderlaag vormen voor het dak, zodat ik al een goede start heb met het waterdicht krijgen ervan en het tegen houden van de bladeren en humus die daar weer bovenop komen.

Het was laat toen we naar huis gingen en hebben maar weer eens lekker bij de Mac gegeten.

Vader en Zoon

We hadden het er al een tijdje over gehad: we zouden samen buiten in de achtertuin gaan slapen. Nou heeft Wessel al meerdere malen in een (bungalow) tent geslapen, maar slapen onder een zeiltje is dan toch net even wat anders.

Dus op een vrijdag avond, terwijl Wessel nog vakantie had, heb ik in de achtertuin een tentje gemaakt van 2 dekzeilen die we hebben. Eentje als dak opgespannen en de ander als grondzeil.

Dan twee matjes en zijn Bob de Bouwer slaapzak (en ik mijn M90) en een wollen deken als extra, want het wordt ‘s nachts al redelijk fris.

Na het tanden poetsen en piama aan weer naar beneden en met de slippers naar buiten om in de tent te gaan liggen.

En dan komt het moment dat mama alle fotos heeft gemaakt en de achterdeur dicht gaat. Wessel rommelt nog wat en gaat dan liggen. We kletsen nog wat en ik vertel van keren dat ik ook zo in het bos heb geslapen (vertel nog maar niet dat ik dan meestal nog minder bij me heb). Als ik op een gegeven moment stil val omdat ik moe ben, babbelt Wessel nog even door maar draait zich daarna ook om en al snel hoor ik een klein zaagje hele kleine boompjes zagen. Hij zal nog een keertje wakker worden om de wollen deken weer recht te trekken en pas tegen half negen weer zijn ogen open doen. Hoe ik dat weet, omdat voor mij de nacht lang en warm was ;-).

Wie weet gaan we volgende keer wel echt in het bos liggen!

M90 Modificatie

De M90 is een hele warme slaapzak van de KL. Het is ook een hele grote en zware slaapzak. Ik had het plan opgevat om een zomer versie te maken.

Dus na een nieuwe (2e hands) slaapzak gekocht te hebben (zonder bivak/lakenzak – want die had ik al) begon het projectje.

Het plan was om 1 van de 2 lagen van de slaapzak te verwijderen. Na het bestuderen van de constructie van de slaapzak besloot ik om bij het hoofdgedeelte de naad los te tornen. Dat leek de beste kans om binnen te komen en de voering van het buitendeel te kunnen verwijderen zonder de tijk te beschadigen.

Dus daar gaan we. Die eerste stap is altijd effe slikken. Ik moet zeggen dat het eerste stukje lostornen best lastig was. Maar het lukte me om een beginnetje te maken.

Initieel dacht ik dat een gat waar ik met mijn arm doorheen kon, meer dan genoeg was. Eerst de afdekking van de naat verwijderen om bij het stuk te komen waar de binnen- en buitendelen aan elkaar gemaakt zijn.

Daarna is het een kwestie van ook de naat die de twee delen bij elkaar houdt los tornen en je bent binnen.

Na goed bekeken te hebben wat het buitenpand was voorzichtig begonnen met het lostrekken van de vulling.

Een geelige binnen ‘hoes‘ komt tevoorschijn. Ik besluit al snel om deze gewoon te laten zitten. De stiksels die over de gehele slaapzak heen lopen en de vulling op hun plaatshouden, gaan door de tijk en deze gele binnenhoes.

Als snel heb ik een stukje. Het gaat best aardig. Het werkje heeft iets weg van het plukken van een schaap 😉

Hier zie je goed hoe ‘schoon’ je het kan krijgen en je ziet ook duidelijk de stiksels.

Maar al snel blijkt dat ik niet overal bij kan. Ik besluit om het gat toch maar wat groter te maken. Ik torn uiteindelijk het gedeelte tussen alle 3 de drukknopen in de ‘muts’ van de slaapzak los.

Nu kan ik de gehele slaapzak binnenste buiten keren en op mijn gemak dit schaapje plukken. Je moet dan wel erg goed opletten dat je niet te enthausiast wordt. Het binnen- en buitenpand zitten aanelkaar genaaid. Probleem is dat die naden hetzelfde eruit zien als de naden bij de schouders van de slaapzak.

Hier zie je links het buitenpand en rechts het binnenpand met de naad in het midden.

Omdat ik er nu goed bij kan, is het ook lekker snel klaar en dan is het tijd om de zaak weer dicht te naaien. Bij het los tornen lijkt het alsof de twee panden en het sierbandje allemaal in een keer genaaid zijn. Dat ga ik ze niet nadoen!

Ik besluit om elke stap afzonderlijk te naaien. Eerst de twee panden aan elkaar naaien. Gewoon afspelden om het bijelkaar te houden en onder de naaimachine.

Daarna de ene kant van de sier-/afdekband en voor je het weet ben je al toe aan de andere en laatste kant.

Denk wel aan de richting hoe je de stof onder de naaimachine door haalt. Bij de ‘andere’ kant van de sierband draai je de stof om en is het handig om ook je spelden daarop af te stemmen (iets waar later ik achter kwam).

Klaar is kees. Een volledig inzetbare “halve” M90 slaapzak. Hij is ongeveer half zo groot als het origineel.

Links het origineel en rechts mijn gemodificeerde versie in een stuffzak. Beide zakken op gevoel ongeveer even hard aan gesjord.

Zo en nu nog een lakenzak maken van oranje fleece, dan heb ik alle combinatie mogelijkheden die je maar zou wensen.

NBF Weekend augustus 2010

Vanaf vrijdag middag 27 augustus t/m zondag 29 augustus 2010 hebben een aantal leden van het Nederlands Bushcraft Forum samen een weekend doorgebracht in zeewolde. Er waren ongeveer 35 inschrijvingen maar niet iedereen was de gehele duur aanwezig.

Vrijdag, aan het eind van de middag arriveerde ik in het horsterwoud in zeewolde. Na de auto geparkeerd te hebben, omgekleed en met de rugzak om, ben ik te voet naar de plek gelopen waar ons kamp zou zijn. Een viertal houten “punt tentjes” stonden daar rondom een stalen vuurkorf.

Natuurlijk was ik niet de eerste, maar druk was het ook niet. Na iedereen een handje te hebben geschud ging ik op zoek naar een geschikte plek om te slapen. Ik kon natuurlijk kiezen voor een van de houten tentjes met een slaapvlonder, maar ik wilde eigenlijk wel eens kijken of ik een geschikt plekje kon vinden waar ik ook wat meer ruimte zou hebben.

Ons kamp stond aan de rand van een grote open grasvlakte met een omheining van wat lage bebossing. Achterin het veld vond ik wel een redelijk geschikte plek, hoewel wel wat aan de vochtige kant, maar dat bleek het poepbos te zijn waar de shit-pit stond. Dus ging ik verder opzoek naar een beter alternatief. Achter de huisjes bleek ook nog een aantal bruikbare bomen (groot genoeg) te staan en het was daar dat ik mijn twee nachten van het NBF weekend heb doorgebracht.

Prima gecamoufleerd, verstopt in de struiken/tussen de bomen zette ik mijn nieuwe tarp op (een 3x3m DD). Een tarp is gewoon een zeiltje met wat lussen waar je makkelijk een tentdak van kan spannen. Na een keertje verzetten van de hoofdlijn waar de tarp aan hangt kon ik snel de hoekpunten met de bijgeleverde haringen vastzetten. Normaal snij ik haringen altijd van hout dat ik terplekke zoek, maar dit was de tweede keer dat ik hem opzette en had de haringen nog niet verwijderd (want eigenlijk is dat nutteloos gewicht).

Het bouwzeiltje dat vroeger mijn dak was, diende nu als grondzeil op de erg vochtige bodem. Daarop spreidde ik mijn gortex bivakzak uit, stopte mijn matje erin en klaar was mijn slaapplaats. Mijn wollen deken liet ik nog even in mijn rugzak zitten; waarom deze onnodig vochtig/dampig laten worden als dat nog niet nodig is.

Terug bij de vuurkorf waar Jasper onder ‘aanmoediging’ van de omstanderds vuur probeerde te maken, ging ik op een van de grote stammen zitten en voegde mijn “aanmoedigingen” bij die van de andere ;-). Het vuur maken bleek nog best lastig want al het hout was vochtig. Uiteindelijk was het een met kaarsvet doordrenkt watje van ‘Rescue’ die de nodige energie bracht waardoor we het vuur, nog steeds met genoeg blazen, naar een hoger nivo konden krijgen.

Lekker pratend en koffie en thee drinkend vorderde de avond. Ik kreeg honger en gooide een hamburger in mijn ‘pannetje’. Ook andere gingen voorbereidingen treffen om wat te eten. De avond werd nacht en ik werd moe. Lekker naar bed toe dus.

Mijn eerste nacht was niet geweldig. Hoewel ik vroeg in mijn wollen deken lag, kon ik de slaap niet vatten. Ik hoop toch elke keer weer dat ik de volgende beter zal slapen, maar het lijkt erop dat ik de eerste nacht echt moet ‘aclimatiseren’. Vroeg in de ochtend kon ik nog een lekkere ruk maken en was dus pas om 08:30 wakker.

Ik pakte mijn tas met eten (ik heb altijd al mijn eten in een soort stuff-zak zitten zodat ik makkelijk kan pakken waar ik zin in heb) en voegde me bij de anderen rond het vuur. Er bleek gister avond een hele fles wiskey doorheen te zijn gegaan. Niet mijn ding, dus niks gemist. Ik had inmiddels van ‘Lampie’ een potje eierpoeder gekregen dat hij voor me mee had genomen en daarmee, samen met wat zelfrijzend bakmeel, melkpoeder, een snufje zout en wat handjes trailmix kneedde ik het deeg voor mijn bannock in een ziplock zakje. Toen het deeg klaar was lepelde ik het over (met hulp van ‘Peperana’) naar mijn grote mess-tin (de kleine had ik niet bij me), na een dun laagje meel op de bodem te hebben gestrooid. Nu was het wachten, want bannock moet je langzaam bakken en aan twee kanten (of omdraaien). Dus eerst gewoon de onderkant bakken en daarna schuin naast het vuur zetten om de bovenkant te garen.

Uiteindelijk, na een aantal koppen thee, was mijn bannock klaar en kon ik eten. Ik vind bannock maken heel erg passen bij de sfeer van een kampvuur enzo, maar het duurt wel lang! De bannock was goed gelukt en de trailmix maakte het extra lekker. Maar wat is dat spul machtig! Ik kreeg het maar voor de helft op. Ik legde de andere helft terug in mijn mess-tin voor later. Maar vergat het kompleet en toen ik er weer naar keek, was er inmiddels een regenbui overheen gegaan en was het was sompig geworden. Dat heb ik maar weggegooid (het was tenslotte geen survival! ;-).

Meerdere mensen kwamen in de loop van de ochtend binnen druppelen en werden begroet door de aanwezige. Het is heel leuk om nou eens eindelijk ‘de mens’ achter het forum-lid te zien en met elkaar te praten.

Tja, de rest van het weekend was het veel praten en lachen, want wat hebben we veel gelachen. Jan Ververs van Nuk Knives heeft nog een aantal messen geslepen en een bijltje. Hij had ook mijn draw/crooked/spoon knife klaar die hij voor mij zou maken en heeft deze gelijk nog even geslepen.

Soms werden er met een aantal mensen brandhout gehaald in een nabij gelegen bos waar de dode eiken makkelijk te identificeren waren. Daarna werden daar mooie lengtes van gezaagd die op het vuur konden.

Ook werden er een aantal waterfilters getest. Ik was er niet helemaal bij, maar mocht wel het eindresultaat proeven. Interessant dat specieke filters ook een specifieke smaak hebben.

Het was een regenachtig weekend, maar vrijdag en zaterdag viel dat eigenlijk reuze mee. Er waren periodes waar de zon lekker doorbrak en we allemaal in T-shirt zaten. Zondag was het een stukje minder zonnig en regende het af en toe behoorlijk. Dit gaf mij de kans om een ander nieuw item uit te testen nl. een nederlandse legerponcho. Terwijl iedereen ging schuilen onder de tarps die we bij het vuur hadden gespannen, zat ik als enige in de regen met mijn poncho om. Mij gebeurde niks, ik bleef droog.

De tweede nacht was een stuk beter. Ik ben iets later naar bed gegaan dan de vorige nacht en kon gelijk lekker de slaap vatten. Ergens rond vieren moest ik wel even plassen (ik had een beetje hoofdpijn aan het eind van de dag en dacht dat ik te weinig gedronken had en had dus nog even wat bij getankt), maar daarna weer lekker terug in bed voor nog een beetje bomen zagen (zoals mijn buurman ‘Rescue’ dat de volgende ochtend noemde ;-)).

Zondag middag moest ik er weer van door om thuis even te douchen en samen met mijn vrouw de kinderen bij opa en oma op te halen, waar we heerlijk hebben gegeten. Die avond lag ik er vroeg in en sliep als een zonnetje. Niks slaapt zo lekker als je eigen bedje.

Ik kan terugkijken op een heel geslaagd weekend met gelijkgestemde (mijn vrouw noemt het een theekransje voor mannen met messen :-P) en vond het uitermate gezellig. Ik heb geen onvertogen woord horen vallen. Het was mij verre van onaangenaam ;-). Bedankt allemaal.

Foto’s van Jasper.